Zijn schouders naar achter, kin naar voren, een zoekende strenge blik. Aangenaam, de eigenaar van het hotel. Campingbaas of hoteleigenaar, dat verschil is eigenlijk niet zo groot. Tijdens het trainingsweekend heb ik veel te horen gekregen over hoe je het beste om kan gaan met de eigenaar. Ik geef je een paar tips.
Spreken
De eigenaar sprak alleen Frans. Hij kon wel Engels, maar deed daar geen moeite voor. Snelle lange zinnen schoten eruit. Ik deed mijn best om het te begrijpen en in het Frans wat terug te zeggen.
Ik sprak de eigenaar bijna nooit, toch was hij er elke dag. Ons animatieteam bestond uit vier personen en alleen onze chef sprak in principe met hem. Als ik eens een woord met hem wisselde was het vaak dat er wat mis was of iets moest worden opgeruimd. Ons motto was ook:” Zeg niks, tenzij je wat gevraagd wordt.” Ik kreeg het wel via mijn chef te horen als ik iets moest veranderen.
Druk druk druk
Zorg dat hij je bezig ziet, ook als je niks te doen hebt. Wees nog even extra enthousiast als je weet dat hij meekijkt en ga bijvoorbeeld met de lampionnenoptocht ook langs zijn kantoortje. Hij krijgt op die manier toch een beeld van je. Al zal hij het nooit zeggen, zijn beeld wordt dan positiever.
Complimenteus
Vaak liep de eigenaar de miniclub binnen of liep hij buiten even langs. Hij keek rond en verdween snel weer. Vervolgens hoorde ik dan van mijn animatie-chef of er iets fout was. De eigenaar was alles behalve complimenteus. Geen commentaar was het beste compliment dat ik kon krijgen. Soms mag je jezelf dan best een schouderklopje geven.
Kortom, het is natuurlijk verschillend per eigenaar. Ik had de eigenaar waar ik van te voren stiekem bang voor was: hij praat alleen maar Frans, geeft geen complimentjes, heeft permanent een boze blik en praat bijna niet tegen mij. Mijn advies is dan ook om hem niet te veel op te zoeken maar zeg wel altijd bonjour en wees beleefd. Hij staat boven jou, jij bent in dienst van hem. Hij gaf geen complimentjes, wat soms jammer was maar het belangrijkste is dat de gasten tevreden zijn. Ik kan zeggen dat ik dat zeker weet, en wanneer de gasten tevreden zijn geldt hetzelfde voor de eigenaar.